Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie komt niet vaak (meer) voor maar desalniettemin is het niet uitgesloten dat het juist u overkomt. U kunt hierbij denken aan ernstige vormverzuimen of schending van de beginselen van een goede procesorde. In de praktijk zien we eerder verjaring of een schending van het vertrouwensbeginsel. In ieder geval hebt u bij een niet-ontvankelijkheid recht op een schadevergoeding.
Er zijn verschillende soorten schade die, afhankelijk van de situatie, voor vergoeding in aanmerking kunnen komen, waaronder bijvoorbeeld een schadevergoeding voor de dagen die u onterecht hebt vastgezeten, vermogensschade waaronder bijvoorbeeld gederfd inkomen en bonussen e.d., reiskostenvergoeding, parkeerkosten en ook de vergoeding van de kosten van rechtsbijstand (tenzij er sprake was van gefinancierde rechtsbijstand). Een belangrijke voorwaarde voor het toekennen van de vergoeding is de onderbouwing van de schade.
U heeft drie maanden de tijd om een verzoekschrift tot schadevergoeding in te dienen. Let u hierbij wel op het gegeven dat het Openbaar Ministerie bij een niet-ontvankelijkheid de mogelijkheid van hoger beroep kan aangrijpen. U kunt pas een schadevergoeding bij de rechtbank of het gerechtshof indienen als de uitspraak onherroepelijk is.